Bijna alle trainingsburo’s werken met ZZP trainers, soms permanent, soms in drukkere periodes. Als er acteurs in worden gezet zijn dit bijna in alle gevalle ZZP ers. De wetgeving verplicht die buro’s om een sluitende overeenkomst aan te gaan met die trainers en acteurs om te bewijzen dat het hier niet om een dienstverband gaat. Tot zover niets nieuws. De Belastingdienst doet weinig aan controle, maar de wetgever zit niet stil. Schijnzelfstandigheid moet worden aangepakt vindt men in Den Haag en het lijk er op dat hiermee m.n. de bezorgers, maaltijdkoeriers en ander onderbetaald werk worden bedoeld. Om dat tegen te gaan wordt een minimumtarief ingevoerd en men spreekt nu over minimaal € 30 per uur. Er zullen weinig trainers en acteurs zijn die zich hierom zorgen maken.
Een ander begrip dat nu opduikt is ‘inbedding’ en dat is een waarschuwing waard. Een voorbeeld: een advocaat werkt maandenlang als ZZP er op een advocatenkantoor en draait normaal mee in de werkzaamheden. Hij is ingebed in het kantoor is de toelichting. Vul dit ook in voor de zorg (verpleegkundigen) en andere functies en we zijn al snel bij acteurs die eigenlijk ingebed zijn bij een buro waar ze vrijwel uitsluitend voor werken of bij trainers die permanent voor een of twee opdrachtgevers werken.
Ze draaien mee in het dagelijkse werk, nemen deel aan intervisiebijeenkomsten, ontvangen kerstpakketten, komen op de bedrijfsborrel en worden meegenomen in de nieuwsbrief of hebben soms zelfs een e mail adres dat als extensie het mailadres van het buro heeft.
Die discussie kan vergaande gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering van trainingsburo’s en voor acteurs. Als we daarnaast nog kijken naar een ketenaansprakelijheid waarin uiteindelijk opdrachtgevers aansprakelijk kunnen worden gesteld voor het niet verplicht verzekerd zijn van trainers en acteurs die in hun organisatie trainingen uitvoeren voor hun medewerkers, kan de wijzigende wetgeving voor heel wat rumoer zorgen.